Vroeg de vrouw die vanuit haar rolstoel mijn been stevig had vastgegrepen. “Je hebt van die lekkere stevige poten. Jong vlees, dat zie ik hier niet veel.” Ik was ergens in de twintig en droeg zomers korte rokken. “Dat kun je niet doen, Trees” zei een andere vrouw. En de grijpgrage dame maakte excuses. “Wij zien hier alleen maar van die slappe hap met losse vellen.” legde ze uit “Het is zo lekker om iemand met strakke spieren even vast te houden.”
Misschien zou een ander geschrokken of beledigd zijn, maar ik niet. Ik dacht precies te begrijpen wat ze bedoelde en moest erom lachen. “Het mag hoor.”
Ze sloeg haar arm om mijn been. Ik legde een hand op haar schouder. Ze pakte mijn arm. “Kijk eens, riep ze. “Geen rimpeltje te bekennen.” De andere oude dames kwamen dichterbij en keurden één voor één de kwaliteit van mijn vel. Vergeleken het met elkaars “zwabber armen”. Op dat moment kwam de directrice binnen. “Daar kan zij niet aan tippen”, gniffelde één van de dames. Er klonk gegiechel.
“Goedemiddag”, riep de directrice van het bejaardenhuis waar ik werkte. “Ik kom u vertellen dat het zakgeld wordt verhoogd.” Raar, dat was precies de boodschap die ik moest komen vertellen. Dat hoefde nu niet meer. “En deze dame – hoe was je naam ook weer – zij komt het voortaan uitbetalen.” Ze riep een paar namen en deelde post uit die bestond uit kranten en rekeningen. “Vanmiddag 3 uur in de eetzaal.”
“Denk aan me als je zelf zo oud bent als ik”, zei de vrouw in de rolstoel. We keken elkaar recht in de ogen terwijl ik de herinnering opsloeg. “Ik zal het proberen.”
Dat is nu lang geleden. Ik weet niet of alle bejaarde dames zich nu minder vrij zijn gaan voelen. Na de corona lock downs en Me Too kan dit misschien niet meer. Zelfs iemand een hand geven is onwennig geworden. En de verpreutsing die deze eeuw is ingezet heeft ook de spontaniteit aangetast.
Kort geleden hoorde ik het opnieuw: “Mag ik je aanraken?” Dit keer was het iemand die zich wilde voorstellen en zijn hand uitstak. Ik pakte die hand en hij hield de mijne langer vast dan gebruikelijk. Bekeek het winters witte vel van mijn hand, waar tegenwoordig een paar blauwe adertjes doorheen te zien zijn. Huid wordt dunner bij het klimmen van de jaren. Nu heb ik zelf de leeftijd van die oude dames. Alleen voel ik me helemaal niet oud, woon niet in een bejaardenhuis, heb geen zwabber armen met losse vellen overtollige huid.
“Black and white” zei de man, naar mijn hand kijkend. “Nog weinig zon gezien”, reageerde ik. Maar bedacht dat het niet nodig was uit te leggen waarom ik zoveel minder kleur had dan iemand die voor zijn kleur niet lang in de zon had moeten zitten. “Geen bezwaar dat een donkere man je aanraakt?” Zo had ik het nog niet gezien. “Ik dacht eigenlijk dat je me wilde groeten.” “Dat is ook zo. Maar er zijn vrouwen die zich niet veilig voelen in de buurt van een donkere man.”
Ik moest lachen om dat idee, maar tegelijkertijd herinnerde ik me een verhaal van een vrouw, die vertelde waarom ze uit de Bijlmer naar hier was verhuisd. “Als ik naar mijn werk ging liep er altijd tegelijk een neger de lift in. Elke dag weer.” had ze me verteld. Mijn opmerking, dat die man misschien ook elke dag naar zijn werk moest, wees ze af. “Nee, hij deed het erom.” De herinnering aan dat gesprek deed me nog meer lachen en ik zei: “Ja, die bestaan.” Ik keek hem recht in zijn ogen en zag dat hij zich een minder prettige ervaring herinnerde.
(tekst © Vlierbloesem)
(muziek © Ash )
Wat een mooi verhaal Vlierbloesem. En de vraag ‘Mag ik je aanraken?’ vind ik ook heel mooi.
LikeGeliked door 1 persoon
Tegelijkertijd is het een beetje triest, dat verhaal.
Zelf vind ik het vooral bijzonder dat ik me na al die jaren die vrouw in de rolstoel weer herinnerde. Dat kwam terug in mijn geheugen toen me door iemand anders werd gevraagd: “Mag ik je aanraken?”
LikeGeliked door 1 persoon
Ik maak schoon in een zorginstelling voor mensen met meervoudige beperkingen zowel fysiek als psychisch ,daar moest ik er wel aan wennen dat een aantal van hen van lichamelijk contact houden,, iets waar ik als het om vreemden gaat in het begin wel moeite mee had, maar waar je na een tijdje aan went en het niet uit de weg gaat. Er zit geen bijbedoeling bij het aanraken, het is iets wat hen een fijn gevoel geeft en ik beschouw het van hen ook als een compliment , een teken dat ze je vertrouwen en je gezelschap waarderen. Het varieert van een knuffel geven tot je handen vasthouden en gaat nooit een grens over . Altijd weer boeiend om te ervaren dat zij met al hun beperkingen blijkbaar goed weten wat wel en niet kan. En daar waar aanrakingen van onbekenden mij soms achterlieten met een unheimlisch gevoel of dat nu om zoenen of anderen aanrakingen ging heb ik dat op mijn werk nooit.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat verwoordt je goed. Ik zou het ook niet moeten als ik ergens op straat loop en een wildvreemde grijpt me bij mijn been. Maar in die situatie in dat bejaardenhuis vond ik het totaal acceptabel.
LikeLike
Mooi hoe je de onbekende uit de Bijlmer subtiel met deze onbekende verbindt.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je.
Het verhaal van die vrouw uit de Bijlmer heeft ze me echt verteld. Met anderen heb ik er wel eens om gelachen, maar eigenlijk is het wrang. Voor beide mannen, want ook in de lift zal de reactie van die vrouw merkbaar zijn geweest. En ook voor die vrouw die om niets ging verhuizen.
LikeLike
Ik herken het van die oude dames. Voeger bezocht ik af en toe iemand,die voorzichtig vroeg “Mag ik je een zoen geven?”. Natuurlijk kreeg ze een flinke knuffel
LikeGeliked door 1 persoon
Geknuffeld heb ik niet, toen ik in dat bejaardenhuis werkte. Maar er waren wel mensen die mijn hand wilden vasthouden, telkens als ik het zakgeld uitbetaalde. Daar had ik geen bezwaar tegen.
LikeLike