Volgens de oogarts hebben de meeste mensen een gezichtsveld van ongeveer 140 graden horizontaal. Ze mat mijn gezichtsveld als ongeveer 180 graden. Dat is zeldzaam bij mensen, vertelde ze.
Recht vooruit kijkend kon ik zien wat aan weerszijden naast me gebeurde. Mijn muzikale vriend had dat ook, wat ik wel grappig vond. “Je hebt de zelfde afwijking als ik.” zei ik. Waarop hij beledigd reageerde: “O, heb ik een afwijking?” “Ja, alles wat anders is dan gemiddeld is een afwijking. Afwijken kan ook positief zijn. We hebben een zeldzame afwijking, waardoor we meer waarnemen dan anderen. Dat twee mensen elkaar treffen die dat beiden hebben is bijzonder.”
Hij kon niet goed inschatten hoe veel ik zonder bril zag. Betalingen deed hij met zijn telefoon. Voor mij zag dat schermpje er te onoverzichtelijk uit. Zelf gebruikte ik liever een groot scherm dat meer gegevens tegelijkertijd kon weergeven. Het lichtgevende dingetje in zijn hand trok mijn blik er naar toe. Onbewust gingen mijn ogen naar een lichtpunt. Soms dacht hij dat ik meelas, maar in werkelijkheid nam ik zijn bankbeheer niet waar, omdat ik het wel zag maar niet bewust las.
Jarenlang heb ik mensen geholpen met lezen van financiële post, onderscheid maken tussen soms opzettelijk verwarrende brieven van overheden en bedrijven en de officieel uitziende pogingen tot oplichting. Het verschil was niet altijd duidelijk en ook dreigend opgestelde brieven van incasso bureaus konden legaal zijn, maar toch bedoeld om te innen wat niet verschuldigd was.
memes
De financiële correspondentie van mijn muzikale vriend was niet anders dan veel mensen ontvangen. Onduidelijk, intimiderend en verwarrend. Hij vroeg me het te lezen en te helpen de betekenis te begrijpen. Steeds meer vertelde hij me hoe hij er financieel voorstond en hoe hij die dingen regelde. Ook zijn stommiteiten kreeg ik te horen, dus hij was er vrij eerlijk in. Maar niet alles wilde hij delen. Soms zei hij: “Niet kijken, we zijn nog niet getrouwd.”
Met een smartphone was ik niet handig. Bij onze eerste ontmoetingen bood hij aan me het gebruik van de smartphone van mijn overleden vriend te leren. Voor mij was het tot dan toe een fototoestel waarmee ik per email foto’s kon doorsturen naar mijn computer. Later kon ik er iets meer mee. De rol van digitaal vaardige man die een onhandig meisje iets uitlegt, beviel hem wel. Inmiddels bleek dat hij niet half zo handig was met moderne communicatiemiddelen als hij leek. Wij mailden elkaar zelden want hij bekeek zijn mail niet vaak. Als ik hem een muziekvideo stuurde of informatie, dan opende hij die email pas nadat ik hem erop wees, terwijl ik bij hem was. Hij gebruikte maar weinig mogelijkheden van de computer en ik deed nooit alles wat met een mobieltje mogelijk was. We konden elkaar goed helpen.
Om kosten vergoed te krijgen moest hij een betalingsbewijs doorsturen. Dat bleef liggen omdat hij niet wist hoe dat moest, hij vroeg het zijn zoon, die onregelmatige werktijden had en niet altijd zin om zijn vaders zaken te regelen. Daarom vroeg hij het mij. Hij startte zijn computer, opende zijn email en vroeg mij zijn bestandje door te sturen. Ik zat achter het toetsenbord, achter mij staand tikte hij zijn paswoord in. Zijn adres kende ik.
“Nu weet je ook mijn paswoord” zei hij.
“Nee, want ik heb gezien, maar niet gelezen wat je intikte.”
Er is verschil tussen zien en lezen. Omdat ik hem inmiddels beter ken zou ik met de paar letters die ik zag het hele paswoord kunnen raden, maar dat deed ik niet. Ik wilde zijn email niet doorlezen, zijn telefoon niet controleren. Te veel ruzies heb ik moeten aanhoren tussen mensen die dat wel doen. Ik las niet alles wat ik zag. Reageerde ook niet op alles wat ik hoorde. Oordeelde niet over alles wat ik waarnam. Ook niet in zijn email bestanden.
Lezen gaat deels onbewust, maar een account dat met spam is overladen nodigt niet uit tot serieus opnemen van informatie. Zoekend in zijn email naar het bestandje waar het om begonnen was, scrolde hij voorbij allerlei schreeuwerige reclame e-mails. Ik lette er niet op, tot hij zenuwachtig begon te lachen en probeerde een email weg te klikken, waarin hij welkom werd geheten op de TruePlayers website:
‘Gefeliciteerd, uw aanmelding is geaccepteerd. Uw speltegoed is €29.000-.’
“Ogen dicht, niet kijken.”
“Ik zeg niks. Ik oordeel niet.”
Die TruePlayers ben ik zelf ook tegengekomen. Het zijn oplichters die op de randjes van de wet balanceren en misbruik maken van de mogelijkheden die de digitale wereld biedt. “Laat me weten als je een probleem hebt. Soms kan ik helpen en samen kunnen we meer dan alleen.”
Zelf gebruikte ik andere internet software en een ander email programma dan hij. De functies zijn grotendeels gelijk, maar het zag er een beetje anders uit. Ik nam even tijd om me te oriënteren, wat hem meteen deed twijfelen aan mijn internet vaardigheid. “Maak je geen zorgen. Ik lees eerst voordat ik klik, daarom neem ik wat meer tijd.” Email openen, adres intikken, bestandje doorsturen, was snel gedaan.
“Nu kun je dat voortaan zelf.”
“Nee, dat kan ik niet.”
“Als je het veilig wil oefenen, stuur dan een email met een bestandje naar mij.”
Ik begreep dat ook hij wel had gezien, maar niet bewust gelezen. Liever liet hij mij dit voortaan doen. Ook daarover oordeelde ik niet. Zelf had ik ook dingen waar ik me ongemakkelijk mee voelde en daarom liever aan een ander overliet. Dan was het prettig als er iemand was aan wie dat kon worden toevertrouwd.
Ieder zijn waarde! Heel goed.
LikeLike
Wat heerlijk dat je niet oordeelt en de ander die ruimte laat Vlierbloesem. Dat vind ik een verademing.
LikeLike