In de supermarkt zag ik iemand pakjes rijst inslaan en blikken bruine bonen. “Bruine bonen met rijst”, dacht ik.
Twee blikken nam ik mee.
Eén voor mij en één voor mijn muzikale vriend, die blij reageerde:
“Die bonen heb ik nog in de kast. Kijk, precies de zelfde.”
“Conserven fabrieken leggen de productie stil vanwege de hoge energieprijzen, dus binnenkort is dit nog duurder en straks helemaal niet meer te krijgen. Bruine bonen met rijst is één van je specialiteiten, dus heb ik dit voor je meegenomen. Wil je dat ik er meer haal?”
“Nee, 2 blikken is genoeg om weer eens bruine bonen met rijst te maken voor de familie. Dat heb ik lang niet meer gedaan.”
Voor hem bleef het belangrijk om de hele familie te voeden, hoewel die heel goed in hun eigen behoeften konden voorzien.
Wij aten nu vaak samen. Ik deed boodschappen, hij kookte. Het bedrijf had nog steeds geen lonen betaald. Zijn rijst was op. Een zak van 4,5 kilo rijst haalde ik uit mijn eigen voorraad, deed er een joekel van een Chinese kool bij, kip en wilde zalm uit de vriezer, paprika’s die afgelopen zomer in de tuin groeiden en deze winter vrolijk verder leefden voor het raam in de onverwarmde huiskamer.
De rijst kwam gewoon van de Aldi, gekocht in de tijd dat daar de 4,5 kilo zakken nog regelmatig in de aanbieding waren. Nu zag ik in supermarkten alleen nog de kleine verpakkingen. Vijfhonderd gram, 1 en 2 kilo. De prijs was aanzienlijk verhoogd. Mijn goedkoop gekochte voorraad was bedoeld voor de voorspelbare prijsverhogingen. Door schaarste en belasting verhoging waren die prijzen inmiddels nog sterker gestegen dan ik had verwacht.
Omdat ik de boodschappen meenam waarvan we samen aten, was er genoeg voor ons twee en ook nog voor zijn inwonende jongste zoon. Hij kookte lekker. We aten er goed van, ondanks dat hij nog steeds geen salaris had ontvangen.
Er werd gebeld door het bedrijf dat hem nog maanden loon schuldig was. Ze wilden bedrijfskleding en schoenen terug en hadden verwacht dat hij even naar zuid Nederland kwam om dat af te geven. Hij had een probleem met de kosten van die rit, die ze niet wilden vergoeden.
“Die kleren kosten geld,” hebben ze gezegd.
“Kost ik dan geen geld?” had hij gevraagd.
“Nu ga ik ze opsturen. Dat moet ik ook weer betalen. Weet jij wat het kost, zo’n doos opsturen?”
Nee, dat wist ik niet. Dat had ik zelf al heel lang niet meer gedaan.
“Ik had nog wel voor ze willen werken, maar jij zei nee. Dan heb ik het niet gedaan.”
“Het was goed werk, voor een slecht bedrijf. Die werktijden, dat houdt niemand vol. Daar zou je aan kapot gaan. En ze hebben nog steeds niks betaald?”
“Ik had verwacht dat ze de 15e zouden betalen. En daarna dacht ik, misschien op de 31ste. Maar ze betalen nu nog steeds niet. Meer dan 3 maanden. Ze willen eerst de kleding terug, anders betalen ze niks hebben ze gezegd.”
Hij legde netjes gewassen en gestreken broeken opgevouwen in de doos, pakte de overhemden die schoon gewassen en gestreken waren. Smeet ze er bij.
“Ze zullen wel blij zijn dat ik het zo netjes gevouwen heb.” lachte hij.
Stampte alles nog eens aan en zei: “Ze gaan ook nog van alles van mijn loon af trekken. Ze zeiden dit gaat eraf en dat gaat eraf. De eerste 2 dagen krijg ik niet betaald en dat waren lange dagen met nachtdiensten. Een ander gaan ze de eerste 4 dagen niet betalen. Hij werkte er al langer en heeft ook nog steeds geen geld. Hij woont nog bij zijn ouders en bleef geduldig op zijn loon wachten want hij wilde in vaste dienst. Zijn contract wordt niet verlengd. Als ik was gebleven hadden ze met mij het zelfde gedaan.”
Alle kleren gingen de doos in. De schoenendoos met werkschoenen en het pasje in een enveloppe er bij. De doos gesloten en flink met plakband beplakt, een geschreven etiket erop.
“Moet ik nou ook mijn adres erop zetten? Dat gaat toch niemand wat aan?”
“Ja, doe dat maar wel. Ze moeten zien wie de afzender is. Anders zeggen ze nog dat ze van jou niks hebben ontvangen.”
Hij heeft het afgelopen jaar te vaak pech gehad. Nu moet hij weer werk zoeken. Beter werk dat niet gevaarlijk en ongezond is. Zou er nou geen enkel bedrijf meer zijn dat goed met personeel omgaat? Elke ondernemer moet toch kunnen begrijpen dat mensen van hun werk moeten leven, dat ze kosten maken en op tijd rust moeten hebben? Als ze een robot zouden inzetten dan heeft die ook af en toe een pauze en een onderhoudsbeurt nodig.
“Misschien gaat god me nu een goede baan geven.”
God heeft het er druk mee.
Met zijn laatste paar euro brachten we de doos samen naar het postagentschap. “Als het te duur wordt heb ik ook nog een tientje” zei ik. Het werd gewogen, de weegschaal gaf de prijs van verzending als gewoon postpakket, als aangetekende en als verzekerd pakket. Hij wilde het goedkoopste kiezen.
“Nee,” zei ik “kies voor aangetekend. Dan heb je een verzendbewijs.”
“Dat kost me alleen maar extra geld.”
“Voor een aangetekend pakket moet iemand tekenen voor ontvangst”, hielp het meisje achter de weegschaal. “Dan weet u zeker dat het is ontvangen.”
“Kies aangetekend.” zei ik.
“Dan moet jij het maar betalen” zei hij, en tegen het meisje: “De vrouw heeft altijd het laatste woord.”
Hij besteedde zijn laatste geld nog aan de benzinepomp en bracht me naar mijn auto, waarvan ik een raam op een kiertje had gelaten. Misschien is dat toch beter dan alles gesloten te houden, want nu waren alle ramen helder. Ik hoefde niet te poetsen en te krabben.
“Nou, dank je wel.”
“Bedankt voor het eten. Je kookt goed.”
Ik gaf hem een zoen op zijn lippen en een aai op beide wangen en zei “Dag lieverd.” Waarom zei ik dat nou? We waren toch alleen maar vrienden?
Ik stapte in mijn auto en reed naar huis, waar mijn kat naast de koelkast stond te wachten, of misschien was hij daar op jacht. De hele buurt heeft last van muizen. Hij liep mee naar boven waar ik zijn voerbakje vulde. Met een beker warme chocolademelk ging ik naar bed. Viel in slaap terwijl ik de kat dichtbij tevreden hoorde ronken.
(tekst © Vlierbloesem)
(muziek © the Ocean Street Saxophone)
Hij had de kleding kunnen houden als onderpand voor achterstallig loon.
Maar dan zou hij daarmee ook weer problemen krijgen: hij verliest altijd.
LikeGeliked door 1 persoon
In het contract dat hij tekende bij in dienst treding stond heel weinig.
Er werd in verwezen naar een boekje dat alle personeel digitaal krijgt aangeleverd. Ze stuurden hem een email met een link naar een PDF bestand. Hij heeft dat dus vooraf niet eens kunnen inzien en achteraf is het ook nog lastig, door het juridische taalgebruik.
Nu heeft hij volgens de voorwaarden in het boekje ook nog zwijgplicht en zou hij geen enkel databestand mogen bewaren of aan een ander laten lezen. Voor bescherming van bedrijfsgeheimen zou dat redelijk zijn. Maar in de tekst is sprake van alle databestanden, dus ook de arbeidsvoorwaarden en het rooster met gewerkte uren.
Ik denk dat er tegenwettelijke arbeidsvoorwaarden worden gehanteerd door dat bedrijf.
LikeGeliked door 1 persoon
Jammer,dat hij die kleding niet als onderpand voor eerstuitbetalen van achterstallig salaris kon houden
LikeGeliked door 1 persoon
Volgens informatie van dat bedrijf wordt er pas 30 dagen na inlevering van de bedrijfskleding uitbetaald. Ze hebben al maandenlang niets betaald en willen de betaaltermijn dus nog langer rekken. Ik denk dat het in strijd is met wetgeving. Maar er zit niets anders op dan af te wachten.
LikeLike