Het werd spannend. Betaalde hij netjes alles terug?
Alleen de muziek leverde hem nog iets op. Wat dan ook, hij nam alles aan. Benzine heb ik hem ook nog voorgeschoten, dat kreeg hij bij aankomst direct vergoed. De volgende dag gaf hij me het benzinegeld meteen terug. Met de muziek verdiende hij weinig, maar het was meer dan niks. Meestal kreeg hij te eten en ook wat mee voor thuis. Lekkere hapjes, Surinaamse maaltijden. Daar at ik ook van. Als ik boodschappen meenam dan kookte hij. We aten samen goed.
“Ik ga jou alle geld geven. Zo deed ik dat ook met mijn vrouw. Als ik thuis kwam haalde ik mijn zakken leeg, legde alles op tafel. Dat geld was voor het gezin. Zij betaalde alles wat nodig was. Als ik van huis ging kreeg ik zakgeld. Ik kwam niks tekort.”
“Ik ben niet je vrouw en niet je moeder. Je hypotheek kan ik niet betalen. Voor de vaste lasten moet je zelf zorgen. Als je genoeg verdient om dat te betalen is dat al heel mooi. De maaltijden die ze je meegeven zijn ook welkom. Het zou goed zijn als je dat zware ongezonde werk niet meer hoeft te doen.”
“Spelen is ook zwaar hoor. Het kost kracht. Maar het is leuk. Dat doe ik altijd met plezier.”
Hij liet me een video zien:
Een zaal met veel mensen, dansend, etend, drinkend. Een groep muzikanten op een laag podium. Een vrouw stapt op hem af, hij geeft een high five die de vrouw beantwoordt, en duwt haar met één hand terug het publiek in.
“Kijk, zo los ik dat op. Als ik dat niet doe heb ik een vrouw van 200 kilo aan mijn nek hangen. Zij wordt wel opgevangen door het publiek. Veel dronken mensen, maar iedereen is vrolijk. Ze vindt het leuk, ze hebben plezier. Kijk ze lachen.”
Hij moest die avond op een vaste plek staan. Zijn microfoon was boven hem opgehangen. Normaal was er voor iedere speler een microfoon op statief. Podiumklimmers zijn af te weren met een microfoonstatief. De microfoon kan uit het statief gepakt om zingend een paar stappen weg te lopen. Maar er was een statief te weinig geweest. Hij had er geen.
Thuis had ik nog een microfoonstatief liggen, dat ik zelf niet meer gebruikte. Ik nam het mee en hij probeerde alle instelmogelijkheden.
“Dat is hem. Ik leg het in de auto, als ze voor mij weer geen statief hebben dan kan ik het zo pakken.”
Hij is gestopt met roken. Wiet en tabak, allebei.
“Het maakt mijn plafond vies en het kost maar geld. Ik ging ‘s morgens hier zitten met koffie en dan een wiet roken. Ik deed niks als ik niet ging werken. Dan zat ik maar te vervelen. Er is genoeg te doen maar als je rookt doe je dat niet. Dan ga je maar zitten met een sigaretje, lui zijn. En het staat ook in de bijbel hoor. Roken is niet goed.”
“Een vies plafond kun je witten, maar als je rookt verzamel je een laag teer in je longen. Fabrikanten doen nog arsenicum en andere giftige rotzooi door de tabak om je goed verslaafd te maken. Het maakt je ziek. Ik heb gezien hoe je er aan dood gaat. Dat wil ik niet nog een keer zien gebeuren. Maar het is je eigen beslissing. Stoppen kan niemand anders voor je doen.”
“Jij ademt het ook nog in. Straks krijg jij er nog wat van. Dan heb ik jou ziek gemaakt. Dat wil ik niet hoor. Dat gaat god me nooit vergeven.”
Ik merk de invloed. Zonder wiet wordt hij gewoner. Hij is nog steeds erg religieus, maar de manier waarop hij er over praat is nuchterder. Hij praat rustiger, gebruikt minder stopwoordjes. Het aanroepen van hogere wezens is veel minder geworden.
“Drank is ook niet goed. In de muziekwereld wordt veel gedronken. Zuipen, snuiven, slikken. Dat heb ik nooit gedaan.” zei hij lachend “Ik ben een nuchtere Hollander.”
(tekst © Vlierbloesem)
(muziek © the Ocean Street Saxophone)
Een gunstig bericht!
Zal hem niet meevallen in de muziekwereld maar een goed begin vind ik al knap.
LikeLike
Stoppen met roken lukt meestal niet in één keer.
Dat is vallen en opstaan.
LikeGeliked door 1 persoon