Hij deed de deur open met een brede lach en zei: “Ik heb het wel 5 keer gelezen. Steeds opnieuw.” Ik dacht dat hij onduidelijke tekst was tegen gekomen. Een onbegrijpelijke brief van de overheid, een aanmaning van een oplichter. “Ik zal er naar kijken.” Maar dat bedoelde hij niet.
“Ik heb eerst de bijbel gelezen hoor, maar toen ik de computer startte dacht ik, laat me toch even lezen wat zij heeft geschreven. Even kijken, dacht ik. Maar ik kon niet meer stoppen met lezen.”
Het ging over mijn tekst.
“Je hebt zo mooi geschreven. De woorden, de zinnen, de ruimte er tussen. Allemaal. Het staat er zo goed. Hoe heb je dat geleerd?”
“Juffrouw Drachten heeft me leren lezen en schrijven. Een mooie donkere Surinaamse schooljuffrouw met heel veel geduld. Ze had een mooie stem en ze sprak perfect Nederlands.”
“Waren er toen al Surinaamse leerkrachten in Nederland?”
“Ja, mensen kwamen vaak uit Suriname naar Nederland om te studeren. Soms gingen ze daarna terug en soms bleven ze hier.”
Hij had al eerder verteld dat zijn vrouw onderwijzeres was en zijn moeder ook. Toch verbaasde het hem dat een Surinaamse vrouw mij had leren schrijven.
“Hadden jullie veel Surinaamse leerkrachten?”
“Nee. De meeste waren Nederlands. Maar Suriname was toen ook nog Nederland, dus waren ze eigenlijk allemaal Nederlands. Juffrouw Drachten was een erg goede lerares. Andere leerkrachten konden gemeen zijn, ze sloegen en hadden andere gemene straffen, maar zij niet. Ze was lief. We hadden nooit problemen in de klas.”
“In Suriname waren leerkrachten streng. Ze drilden de kinderen. Als je niet luisterde kreeg je straf die je niet gauw vergat.”
“Zij strafte nooit. Dat was niet nodig. We luisterden allemaal, omdat ze gewoon goed les gaf. Ze had voor iedereen aandacht.”
Een lerarensalaris was in mijn kindertijd nog genoeg om een woning in de buurt van de school te huren. De woonlasten waren laag. Mijn moeder betaalde onze huishuur en die van haar moeder. Als het nodig was dan betaalde ze ook de huur van haar grootmoeder. Dat zou nu niet meer kunnen. Wonen werd in de loop van de vorige eeuw steeds duurder en deze eeuw kunnen veel mensen geen woning meer betalen. In die tijd aten we gewoon een weekje goedkoper voedsel als de huur voor 3 woningen betaald moest worden. Dat vond ik als kind helemaal niet erg, want het goedkoopste eten was vis, mosselen en garnalen. De visboer verpakte 2 kilo pelgarnalen in oude kranten. Thuis gingen we pellen. Oud brood werd geroosterd.
“Dan aten we geroosterd brood met boter en garnalen. Dat was lekker. Ik zou het nu nog steeds willen eten, maar dat is niet meer te betalen.”
“Ja,” zei hij, “Garnalen zijn duur.”
“Die kleine Hollandse garnalen, ken je die?”
“Ja, dat zijn de lekkerste. Maar duur.”
“Dat was in die tijd het goedkoopste eten.”
Met de kerstdagen had de saxofonist zonder eten gezeten, maar ik had nog paprika’s van eigen planten, uien, knoflook en rijst. Daar kocht ik grote wokgarnalen bij. Hij maakte er onze kerst maaltijd van.
De paprikaplanten die ik uit de tuin naar binnen had gehaald, gaven in de winter nog steeds vruchten. Dat had ik niet verwacht, ik vond het al mooi als ze de winter konden overleven om in het voorjaar een snelle start te hebben. Het waren goede paprika’s. Hij vond ze beter dan uit de winkel. Tomatenplanten stonden er een beetje zielig bij, maar ze leefden nog steeds en langzaam kleurden de laatste tomaatjes rood.
Een oorlog verstoort altijd de markt. Tanks slurpen energie, wat energieprijzen doet stijgen en alle andere prijzen ook. Want alles moet vervoerd worden en hoge productiekosten maakte sommige bedrijven verliesgevend. Dan was er nog de boycot die marktverstorend en prijsverhogend werkte. Maar al ver vóór de Oekraïne oorlog stegen de kosten van voedsel, energie en huisvesting. Wat in mijn kindertijd goedkope alternatieven waren, werd dure luxe.
De kerstdagen waren voorbij. Kerstbrood lag nu goedkoper in de winkel, dus ik nam een brood voor mij en een brood voor hem mee. Voor het avond eten maakte hij bruine bonen met rijst. De bonen waren al duurder dan vóór de oorlog, maar ze werden nog verkocht. Het traditioneel Surinaamse zoutevlees was te duur, maar met goedkoper vlees benaderde hij het originele Surinaamse gerecht. Het werd een grote pan vol. De rijst kwam nog uit mijn voorraad en ook daarvan had hij zo veel gekookt dat de grote rijstkoker vol was.
“Jij hebt goede rijst. Die kookt mooi droog en ruikt lekker. Kijk hoe los die is.”
“Ja, zo wordt die ook in mijn rijstkoker. Dat vind ik lekkerder dan plakkerige rijst.”
“Hoe komt het dat jouw rijst mooier is dan die van mij?”
“Ik weet het niet. Dit kocht ik nog vóór de coronatijd. Misschien verkopen ze nu andere soorten? De korrel is anders. Die nu in de winkel ligt is veel fijner. Korter en dunner. Gewone Surinaamse rijst, maar toch is die nu anders.”
“Nog van vóór de corona? Dan is die veel te oud. Dat is niet goed. Jij bewaart eten te lang.”
Hij wantrouwde alles wat uit mijn voorraad kwam. Geloofde heilig in de versheidsdatum op de verpakking. Maar ik wist dat die datum niets zegt over de uiterste bruikbaarheid. Het is de datum tot wanneer de fabrikant of verpakker wettelijk aansprakelijk is voor de kwaliteit. Hoe lang een product goed blijft is ook afhankelijk van bewaartemperatuur en vochtgehalte, de inwerking van zuurstof en aanwezigheid van beestjes.
Op het rijstveld leggen kleine beestjes hun eitjes in de rijstkorrel. Die kunnen zich flink vermeerderen in een rijstvoorraad. Daarom leg ik rijst die uit de winkel komt eerst in de vriezer. Daarna gaat de rijst bij kamertemperatuur in een luchtdichte verpakking. Ik heb een houdbaarheidstest van preppers gelezen, die de uiterste houdbaarheid van goed droog bewaarde rijst wilden weten. Na 30 jaar was hun geduld op en de rijst nog steeds goed.
Ik weet niet of mijn diepvries behandeling iets had veranderd in de rijstkorrel, waardoor die oude rijst mooier kookresultaat gaf. Al mijn rijst kwam uit Suriname. Rijst die hij kocht ook. Misschien van verschillende plantages. Misschien gebruikten ze andere rijstsoorten. Misschien werd goedkopere rijst ingekocht door de groothandel, omdat inmiddels wereldwijd schaarste aan rijst en granen was ontstaan. Mogelijk was de bewaartijd van invloed. Mijn rijst was niet slechter dan wat nog te koop was, mijn rijst was beter.
“Deze rijst is goed voor nasi. Maar ook als witte rijst is deze mooi want deze ruikt zo lekker.” vond hij. Ik had me het verschil dus niet ingebeeld.
Hij was nu druk aan het solliciteren. Er moest geld binnenkomen. Er was hem gevraagd zijn CV bij te werken en een persoonlijke motivatie te schrijven.
“Wat willen ze dan? Is het niet genoeg dat ik gewoon geld wil verdienen om van te leven?”
“Ze willen een verhaal dat je juist heel graag dat werk doet waar zij iemand voor zoeken. Ze schrijven zelf nooit dat ze jouw werk nodig hebben om zo veel mogelijk winst te maken. Ze stellen alleen maar eisen. Ze kennen je niet. Jij kent het bedrijf niet. Maar ze willen wel gepaaid worden met complimentjes dat hun bedrijf jou zo aantrekkelijk lijkt en dat je het slecht betaalde werk zo graag zou willen doen. Zo houden ze zichzelf voor de gek. Maar omdat ze het zo willen en jij inkomen nodig hebt, schrijf je een mooi sprookje voor ze.”
“Wil jij dat voor me doen? Ik kan die rotzooi niet schrijven. Ik wil gewoon werken om te kunnen leven. Jij kan er een mooi verhaal van maken.”
Hij had een paar trefwoorden genoteerd. Ik ben gaan schrijven. Liet het hem lezen. Hij moest hard lachen.
“Mooi. Dit is heel mooi. Ze gaan denken, dat het bedrijf niet zonder mij kan.”
“Maar dat is ook zo. Die bedrijven kunnen niet bestaan zonder mensen die het werk doen. De directie produceert niets, de aandeelhouders hoeven alleen maar geld te schuiven. Mensen zoals jij doen het werk. Ze zouden dat beter moeten waarderen.”
https://youtu.be/caRiT_fm4-k
“Ik ben echt teleurgesteld.”
“Je hebt gedacht dat god jou die banen gaf en te veel vertrouwd dat je beloond zou worden als je goed werk leverde. Maar het was niet god die jou slecht behandelde.”
“Nee, god is goed en rechtvaardig. Kijk wat ik heb gelezen.”
Wie aan de armen geeft, lijdt nooit gebrek,wie zijn ogen sluit, wordt door veel vervloekingen getroffen.
Spreuken 28:27
“Jij werd niet door god gestraft. Het waren steeds bedrijven die zo veel mogelijk winst maken op het werk dat jij levert. Niet eens omdat zij iets tegen jou hebben, maar het is zoals die bedrijven werken. Het is wetgeving die dat mogelijk maakt.”
Wat een bedrijf kon uitsparen aan loonbetaling leverde ze meer winst. Soms hadden bedrijven geen keuze. Ze moesten maximale winst maken om de concurrentiestrijd niet te verliezen. Wetgeving zou werkende mensen daartegen moeten beschermen. Maar beschermende wetgeving werd steeds meer afgeschaft.
“Dat is politiek. Wij mogen af en toe iemand kiezen die ons belang het minst slecht verdedigt. Misschien wordt het ooit weer beter. Ondertussen moeten we elkaar zo goed mogelijk helpen. Dan hoeven we niet kopje onder te gaan als een bedrijf ons wil opgebruiken en wegwerpen.”
Natuurlijk had mijn vriend nog een passende bijbeltekst:
Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.
Mattheüs 25:40
“Dat is wat Jezus zegt. God zal je lonen. En ik geloof dat.”
“Daar heb ik geen verstand van. Ik kan schrijven, jij kan de bijbel lezen.”
(Muziek © John Lennon)
(Bijbeltekst © Jezus)
(Overige tekst © Vlierbloesem)
De goedkoopste bruine bonen waren al 50% duurder dan vóór corona.
Ook de belasting op voedsel en energie was verhoogd.
prijsontwikkeling basmatirijst:
https://www.supermarktscanner.nl/product-vergelijken/basmati%20rijst
Mooi, hoe jullie elkaar helpen en waarderen.
LikeLike