Hij had zijn jongste zoon geconfronteerd met de inbreuk op zijn toegang tot internet bankieren en wilde dat hij direct vertrok. Die weigerde. Bedreigde zijn vader, sloot zich op in de kinderkamer en sloop ’s nachts door het huis.
Als hij van huis ging sloot de speler gas, water en elektra af, deed de meterkast op slot, zodat de jongen de computer niet kon opstarten om te rommelen met andere toegangscodes, wachtwoorden en opgeslagen bestanden. Maar ook uit het koude donkere huis wilde zijn zoon niet vertrekken.
“Ik kan nergens heen want ik heb geen moeder.” had die gezegd. Hij was al een aantal jaren volwassen maar speelde op het sentiment van zijn vader. Die had daar nu genoeg van. Als de jongen niets beters deed dan wachten op een erfenis was hij ongewenste gast in het huis van zijn vader en moest vertrekken.
De saxofonist moest nieuwe nummers instuderen, die hij per mail kreeg aangeleverd. Zijn printer was defect of leeg, die deed het niet. Daarom oefende hij in de computerkamer, voor de monitor staand.
Die zoon was nog steeds in huis. Liep naar zijn vader, barstte in woede uit, riep “Je stoort me. Stop daarmee.”
De speler wees zijn zoon terecht: “Om iets te bereiken moet je werken. Dat zou jij ook moeten doen. Talent alleen is nooit genoeg.” Alle kinderen hadden een opleiding kunnen kiezen, waren naar muziekles en een sportclub geweest. De jongen zou ook moeten werken aan zijn toekomst. Hij kon niet blijven leven op kosten van anderen.
Daarop betwistte de jongen het eigendomsrecht, gebruiksrecht, verblijfsrecht, vaderschap en intelligentie van zijn vader. Hij zou geschreeuwd hebben dat zijn vader dom was omdat hij geen geld had en in een oude auto reed. De zoon had kortgeleden een dure auto aangeschaft en had geld zat zonder te werken. Hij had gezegd dat het huis zijn erfdeel was sinds overlijden van zijn moeder. Zijn vaders aanwezigheid stoorde hem. Die moest het huis uit.
Spullen van zijn vader gingen het raam uit, op de straat waar buren stonden te kijken, die op het geschreeuw waren afgekomen.
“Hij dacht zeker dat ik naar buiten zou gaan om het terug te halen. Nee hoor. Dan zou hij de deur dicht doen en stond ik op straat.”
Hij liet me een foto zien. Een donkere straat, verlicht door wit maanlicht en een neon lantaarnpaal. Nieuwe witte schoenen op de rijweg en de doos er bij. Gezien vanuit de woning, achter het raam. In de reflectie van het raam was hij zelf zichtbaar. Woedend. Een bijzonder zelfportret, eigenlijk wel een mooie sfeervolle foto.
“Iemand heeft ze meegenomen, mijn nieuwe schoenen.”
De auto’s reden er netjes omheen. Niemand had ze beschadigd.
“Maar ik ging niet naar buiten, want hij moest vertrekken, niet ik.”
De saxofoonspeler vroeg niet meer om de hulp die zijn oudste zoon al eens had geweigerd.
“Ik heb die jongen niet aangeraakt. Ik ben geen vechter en ik weet niet wie de sterkste is. Maar dat weet de jongen ook niet. Dus zomaar aanvallen durft hij niet.”
Voor zijn kleine broertje kwam de oudste zoon wel te hulp. Hij pleitte voor hem, vond dat de jongen niet zomaar op straat gezet kon worden.
“Maar ik wel?” had hij gevraagd, “Uit mijn eigen huis gezet, dat ik al die jaren al betaal en waar die jongen nooit iets aan heeft bijgedragen?”
Hij sprak ze aan op het wijzigen van zijn toegang tot de bank, vroeg wat ze daarmee van plan waren. Hij kreeg te horen dat hij beschermd moest worden tegen ‘die vrouw’ (dat ben ik) die van hem zou profiteren. Hij liet ze het contract zien van de lening waarmee ik hem van de woekeraar had afgeholpen.
“Jij bent zielig. Je loopt geld te bedelen.” was hun reactie.
“Nee,” had hij gezegd, “Ik moet haar betalen.”
Hij doelde op het aflossen van de renteloze lening, maar de jongens legden dat weer uit als bewijs van het beroep dat de saxofoonspeler niet wil uitspreken.
De zoons, beiden jongvolwassen mannen, meenden dat ze slimmer en beter waren dan hun vader, omdat ze zelf geld genoeg hadden voor alle nieuwe elektronische speeltjes en dure auto’s. Het huis beschouwden ze ook als hun eigendom, omdat hun overleden moeder mede eigenaar was. Ze verweten de saxofonist dat hij niet al jaren geleden dood was gegaan, want zolang hij leefde liepen ze hun erfdeel en een uitkering van de verzekering mis.
Hij vertelde mij later: “Ze erven niet alleen het huis, maar ik heb ook een levensverzekering. Ze ontvangen ieder een pensioen tot aan hun dood. Mijn partner en mijn kinderen. Mijn vrouw is al overleden, dus is alles voor hun.”
Beide jonge mannen vertrokken uiteindelijk. De jongste nadat hij veel uit het raam gesmeten, vernield en meegenomen had.
“Spullen van hemzelf, maar ook van mij. Zelfs alle baddoeken, mijn sokken en onderbroeken. De wijn en glazen wilde hij meenemen. Andere dingen had hij al eerder gepakt. Er is veel kapot gemaakt. Persoonlijke dingen. Maar ik voel me nu veel veiliger.”
Buren stonden buiten te kijken terwijl het gebeurde.
“Mijn schoenen zijn meegenomen door een Turk. Hij stopte en riep dat die schoenen op de weg lagen. Ik heb gezegd dat hij ze mocht pakken. Hij was er blij mee.”
Het leek mij eigenlijk een goede oplossing, want die schoenen deden hem pijn. “Misschien is dat beter zo.“
“Waarom?”
“De schoenen gaven jou zere voeten. Die man is nu blij. Voor allebei een oplossing.”
Hij kon weer lachen. “God heeft het zo gewild.”
Het was eindelijk rustig in zijn huis.
“Niet meer iemand die steeds maar door mijn huis sluipt. Ik kan weer veilig slapen. Ik heb zijn sleutel genomen en hij komt er niet meer in.”
“Heeft hij geen reserve sleutel?“
“Die heb ik afgenomen.”
“Toch moet je sloten laten vervangen.”
“Hij komt niet meer terug.”
Hij vroeg me te komen. Een rustige avond met zijn tweeën. Ik nam boodschappen mee, we kookten en aten. Maar nu had hij niets meer want de portemonnee met zijn laatste beetje geld had hij niet terug gevonden. Hij vroeg zich af hoe die had kunnen verdwijnen. Ik vertelde niet wat ik er van dacht. Hij moest zelf maar invullen wat er met zijn geld gebeurd kon zijn.
De aangetekende brief aan het bedrijf dat zijn loon niet wilde betalen nam ik afgedrukt mee. Met enveloppe en informatie van het juridisch loket samen in een mapje. Als het bedrijf zijn achterstallig loon zou uitbetalen, had hij geen financiële problemen meer. Die brief kon hij de volgende dag gaan posten.
“Aangetekend met verzendbewijs. Geen valse zuinigheid. Je hebt dat bewijs nodig.”
Ik leende hem mijn portemonnee met 50 euro. Want zijn eigen portemonnee was nog niet teruggevonden en zijn bankrekening was erg leeg.
“Waarvoor is dat?”
“Je moet die aangetekende verzending betalen, je moet benzine tanken. Als je werk hebt, dan betaal je me het geld terug. Die portemonnee kun je voorlopig gebruiken. Het is mijn portemonnee, die hoort bij een tasje. Dus die wil ik terug.”
“Ik ben dankbaar. Je doet zo veel voor me. Waarom doe je dat?”
“Omdat we vrienden zijn. Vrienden helpen elkaar.”
“Ik zou je iets moois willen geven, maar ik heb niks.”
“Speel maar een mooi nummer voor me.”
Er moest nog iets op de computer gebeuren waar hij hulp bij wilde, maar dat stelde hij nog een dag uit. Eerst even genieten van de rust.
“Ik kan weer ongestoord spelen. Ik heb mijn vrijheid terug.”
Spelen deed hij. Ik kreeg de nieuwe nummers te horen.
(tekst © Vlierbloesem)
(muziek © Nathan Allen)
Triest.
LikeGeliked door 1 persoon
“Vanaf nu kan het alleen maar beter worden”, dacht ik.
LikeLike
Denk niet dat de zoons dit zullen accepteren. Onvoorstelbaar, wat een harteloze types.
LikeGeliked door 1 persoon
Die zoons waren in mijn gezicht altijd vriendelijk. Als ik op mijn tuinpad liep zeiden ze: “Dag buurvrouw, alles goed?” “Heeft u geen last van de muziek? Als u het vervelend vindt moet u het zeggen hoor.” Dat vond ik verwarrend. Van de muzikant hoorde ik die afgrijselijke verhalen. Soms twijfelde ik, wie nam nou wie in de maling?
LikeLike
Klinkt als hechtingsproblematiek. Kinderen / mensen die dat hebben hebben vaak twee gezichten. Ouders met een kind met hechtingsproblematiek worden om die reden vaak ook niet geloofd, want thuis hebben zij een heel ander kind dan die zich buitenshuis laat zien.
LikeLike
Ja, daar lijkt het inderdaad op.
LikeLike
Nou dat is wel een stap maar er komt nog meer zo te lezen
LikeGeliked door 1 persoon
Hoewel de familie een heleboel bagger over mij vertelde, zo erg dat hij het niet wilde herhalen, uitte ik me over zijn familie heel voorzichtig. Hij moest zelf ontdekken en inzien wat er speelde. Ik dacht dat hij wel besefte wat er aan de hand was, maar het voor zijn gevoel toch bleef ontkennen.
LikeLike
Benieuwd of die jongen nu echt voorgoed weg is.
De saxofonist gaat nu toch geen pannen vol eten meer langs brengen?
LikeGeliked door 1 persoon
Eten heeft hij ze niet meer gebracht.
Maar dat familiegebeuren is nog niet klaar.
LikeLike
Ik vrees ervoor.
LikeGeliked door 1 persoon