Culinaire hoogstandjes van dure restaurants krijgen ruime media aandacht. Hoeveel mensen kunnen zich dat soort voedsel veroorloven? Het Sociaal Cultureel Planbureau stelt “In Nederland is armoede geen kwestie van fysiek overleven. Iedere burger heeft in beginsel een dak boven zijn hoofd, hoeft geen honger te lijden, kan zich deugdelijk kleden en heeft toegang tot medische zorg.” Toch gaat het CPB uit van 1 warme maaltijd per 2 dagen, volgens de budgetnorm niet veel, maar toereikend voor mensen met een laag inkomen. (CPB publicatie)
Zelfs dat is niet voor iedere Nederlander haalbaar. (warm eten) Eenvoudig volksvoedsel zoals een kop snert en een dubbele bruine boterham met boter en kaas is een simpel genoegen dat niet meer voor iedereen is weggelegd. Volgens het NIBUD (maaltijdkosten) kost in Nederland een warme maaltijd €2,25 per persoon en kan 1 volwassene voor 6 euro drie maaltijden per dag eten. Volgens de Wereldbank ligt de armoedegrens op US $ 1,25 per dag, wat in Nederland zelfs niet voldoende is voor water en brood. Armoede is relatief. 80% van wereldbevolking heeft minder dan 10 dollar per dag.
In Nederland wordt niet graag erkend dat er armoede is, dus wordt gesproken van lage inkomens ( cijfers ) met kans op armoede. Daarbij wordt het inkomen vergeleken met het bedrag van een éénpersoons bijstandsuitkering in 1979. Heb je minder, dan is er kans op armoede, heb je meer, dan is die kans er volgens de officiële cijfers niet. Alle kosten zijn sinds 1979 aanzienlijk gestegen. ( prijsstijgingen ) Tussen 1979 en 2015 steeg het prijspeil 2,21596591961 maal. volgens cijfers van het CBS. Toevallig (?) ligt dat niet ver van de euro-gulden omreken koers 2,20371. ( omrekenen )
Die boterham met kaas is duur geworden en de prijs stijgt nog steeds. Een stuk boerenkaas koop je niet onder de 10 euro per kilo. Goedkope supermarkt kaas kost rond de 6 euro. De laagste winkelprijs van roomboter ligt nu (2016) net onder de euro per pakje. Bruin brood van de bakker kost al meer dan 2 euro. Een half bruin supermarkt broodje is rond de 80 cent. Vannacht maakte mijn robot een vers halfje bruin voor 27 cent, zodat ik nu lekker in de zon zit te genieten. Toch wordt dat eigen broodje ook steeds duurder. De prijs van een kilo goedkoop meel was in 2000, toen we nog met guldens betaalden, 35 cent. Dat werd in 2002 omgerekend 15 eurocent en is nu alweer gestegen naar 39 eurocent. Prijzen van eenvoudig basisvoedsel blijven stijgen.
Voor zelfgemaakte erwtensoep kocht ik begin 2013 nog spliterwten van 45 eurocent per pond. Begin 2016 is dat 89 cent. Knolselderij ging in het zelfde tijdsverloop van 49 cent naar 1 tot 2 euro. Een stengel prei van 19 cent per stuk naar 39 cent. Aardappelen van 20 cent naar ruim een euro per kilo. Uien van 20 cent naar 99 cent. Winterwortelen van 39 cent naar 79 cent. Prijsstijgingen die niet voor iedereen interessant zijn. De hoogste inkomens zijn in heel Europa blijven stijgen terwijl de laagste inkomens steeds verder in koopkracht achteruit gingen.
Basisvoedsel is inmiddels zo duur dat ik vorig jaar besloot om weer groenten te gaan zaaien, waar eerder gras en sierplantjes stonden. Bij de grondbewerking brak mijn oude spitvork. Een passende nieuwe steel bleek niet te koop en omdat mijn handen ook niet veel kracht meer hebben kocht ik een cultivator. Eerst kwam de grond tussen de bessenstruiken aan de beurt, waar veel onbedoeld groeisel stond.
Ook voor het werken met dat apparaat zijn functionerende handen nodig. Buurman zag me er mee bezig en bood aan om mijn stukje grond los te werken. Als tegenprestatie mocht hij het apparaat ook voor zichzelf gebruiken. Verderop had de buurvrouw uit New Delhi iemand voor een paar tientjes ingehuurd om haar tuin op te knappen vanwege de aanstaande bruiloft van haar dochter. Het duurde niet lang of mijn cultivator liep vast op haar grindtuintje en mijn grond bleef onbewerkt. Het hulpje van de buurvrouw had nog geprobeerd het grind uit het vastgelopen gereedschap los te rammen en het lekgeslagen onderdeel was niet te koop. Hij voelde zich niet verantwoordelijk voor de schade. Kinderen die onofficieel bij buurvrouw inwonen lieten me horen hoe veel scheldwoorden ze kennen. “Met hun heb je niks te maken”, zei buurvrouw, “Ik woon hier alleen”. En na een aantal maanden betaalde ze toch de kosten voor een nieuw apparaat. Buurman bestelde en de cultivator werd geleverd nadat het zaaiseizoen voorbij was.
Dit jaar zijn de voedselprijzen weer gestegen, aardappelen en groenten meer dan verdubbeld in prijs. Graan kan ik op mijn grond niet verbouwen, fruit lukt me al heel aardig, groente wil ik opnieuw proberen.
Gisteren heb ik lekker in de zon gezeten terwijl buurman het nieuwe apparaat op zijn stuk grond toepaste, dat ik dit jaar mag gebruiken voor de vroege bladgroenten. Daarna heb ik het aangeharkt, bemest, gezaaid, en glas gezet. Mijn eigen grond moet nog steeds behandeld zodat ik peultjes en bonen kan zetten. Naast de rode bessen wil ik de grond schoon hebben om zwarte bessen stekken te planten. Rabarber komt voorzichtig boven de grond kijken. In de appelboom pikken vogeltjes kleine insecten weg van de bolle bloemknopjes. Bloesem en bessen van de vlier moet ik dit jaar in het bos gaan plukken, want de gemeente heeft alle vlierstruiken tot op de grond afgesnoeid. Hazelnoten hebben ze gelukkig laten staan.
Meer info:
In 2015 waren er in totaal 7665000 Nederlandse huishoudens van verschillende samenstelling. Daarvan had 3% te weinig geld om elke 2 dagen 1 warme maaltijd te eten.
(onderzoeksmethode prijsindex: zie beschrijving )
jaartal consumenten prijsindex inflatie
1900 | 100,0 | |
---|---|---|
1901 | 106,1 | 6,1 |
1902 | 103,0 | -2,9 |
1903 | 103,0 | 0,0 |
1904 | 106,1 | 2,9 |
1905 | 106,1 | 0,0 |
1906 | 106,1 | 0,0 |
1907 | 107,6 | 1,4 |
1908 | 110,6 | 2,8 |
1909 | 109,1 | -1,4 |
1910 | 112,1 | 2,8 |
1911 | 113,6 | 1,4 |
1912 | 115,2 | 1,3 |
1913 | 116,7 | 1,3 |
1914 | 116,7 | 0,0 |
1915 | 133,3 | 14,3 |
1916 | 148,5 | 11,4 |
1917 | 157,6 | 6,1 |
1918 | 187,9 | 19,2 |
1919 | 204,5 | 8,9 |
1920 | 225,8 | 10,4 |
1921 | 195,5 | -13,4 |
1922 | 174,2 | -10,9 |
1923 | 166,7 | -4,3 |
1924 | 168,2 | 0,9 |
1925 | 166,7 | -0,9 |
1926 | 160,6 | -3,6 |
1927 | 160,6 | 0,0 |
1928 | 162,1 | 0,9 |
1929 | 160,6 | -0,9 |
1930 | 154,5 | -3,8 |
1931 | 145,5 | -5,9 |
1932 | 134,8 | -7,3 |
1933 | 133,3 | -1,1 |
1934 | 133,3 | 0,0 |
1935 | 128,8 | -3,4 |
1936 | 125,8 | -2,4 |
1937 | 128,8 | 2,4 |
1938 | 131,8 | 2,4 |
1939 | 133,3 | 1,1 |
1940 | 152,9 | 14,7 |
1941 | 175,2 | 14,5 |
1942 | 188,2 | 7,5 |
1943 | 194,8 | 3,5 |
1944 | 200,0 | 2,7 |
1945 | 230,1 | 15,0 |
1946 | 251,0 | 9,1 |
1947 | 260,1 | 3,6 |
1948 | 269,3 | 3,5 |
1949 | 286,3 | 6,3 |
1950 | 312,4 | 9,1 |
1951 | 342,5 | 9,6 |
1952 | 342,5 | 0,0 |
1953 | 342,5 | 0,0 |
1954 | 356,2 | 4,0 |
1955 | 363,0 | 1,9 |
1956 | 369,9 | 1,9 |
1957 | 393,9 | 6,5 |
1958 | 400,7 | 1,7 |
1959 | 404,1 | 0,9 |
1960 | 414,4 | 2,5 |
1961 | 421,3 | 1,7 |
1962 | 429,4 | 1,9 |
1963 | 445,8 | 3,8 |
1964 | 470,3 | 5,5 |
1965 | 494,9 | 5,2 |
1966 | 523,5 | 5,8 |
1967 | 539,9 | 3,1 |
1968 | 559,8 | 3,7 |
1969 | 601,5 | 7,5 |
1970 | 628,1 | 4,4 |
1971 | 675,5 | 7,6 |
1972 | 728,3 | 7,8 |
1973 | 786,5 | 8,0 |
1974 | 862,3 | 9,6 |
1975 | 950,2 | 10,2 |
1976 | 1 033,9 | 8,8 |
1977 | 1 103,1 | 6,7 |
1978 | 1 147,8 | 4,1 |
1979 | 1 196,4 | 4,2 |
1980 | 1 274,5 | 6,5 |
1981 | 1 360,2 | 6,7 |
1982 | 1 441,2 | 6,0 |
1983 | 1 482,0 | 2,8 |
1984 | 1 530,5 | 3,3 |
1985 | 1 564,9 | 2,3 |
1986 | 1 567,5 | 0,2 |
1987 | 1 559,8 | -0,5 |
1988 | 1 570,8 | 0,7 |
1989 | 1 588,1 | 1,1 |
1990 | 1 627,3 | 2,5 |
1991 | 1 690,1 | 3,9 |
1992 | 1 752,8 | 3,7 |
1993 | 1 788,9 | 2,1 |
1994 | 1 838,2 | 2,8 |
1995 | 1 871,0 | 1,8 |
1996 | 1 910,4 | 2,1 |
1997 | 1 951,6 | 2,2 |
1998 | 1 989,1 | 1,9 |
1999 | 2 032,2 | 2,2 |
2000 | 2 082,9 | 2,5 |
2001 | 2 178,5 | 4,6 |
2002 | 2 251,6 | 3,4 |
2003 | 2 299,7 | 2,1 |
2004 | 2 326,9 | 1,2 |
2005 | 2 366,7 | 1,7 |
2006 | 2 393,9 | 1,1 |
2007 | 2 432,4 | 1,6 |
2008 | 2 493,0 | 2,5 |
2009 | 2 522,7 | 1,2 |
2010 | 2 554,8 | 1,3 |
2011 | 2 614,6 | 2,3 |
2012 | 2 678,8 | 2,5 |
2013 | 2 746,0 | 2,5 |
2014 | 2 772,8 | 1,0 |
2015 | 2 790,8 | 0,6 |
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 31-3-2016 |
UPDATE 2022
Bovenstaande tabel loopt van 1900 tot 2015. Prijspeil 1900 is het uitgangspunt. Inmiddels gebruikt het CBS niet meer 1900 maar 2015 als uitgangspunt. Nieuwe prijsontwikkelingen worden dus vergeleken met de prijzen van 2015. Alleen de jaarmutaties zijn nog goed vergelijkbaar.
Ik voeg hier de laatst gepubliceerde CBS cijfers toe in een tabel samengesteld uit de cijfers van 2015 tot 2020 die het CBS geeft in een tabel met jaarmutaties, zonder vermelding van de (CPI) consumenten prijsindex : https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83131NED/table?dl=30680
en de meest recente cijfers met CPI: https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-consumentenprijzen
jaartal consumenten prijsindex inflatie
Perioden | CPI (2015 = 100) | Jaarmutatie CPI (%) |
---|---|---|
2015 | 0.6 | |
2016 | 0.3 | |
2017 | 1.4 | |
2018 | 1.7 | |
2019 | 2.6 | |
2020 | 1.3 | |
Nov 2020 | 107.61 | 0.8 |
Oct 2021 | 112.18 | 3.4 |
Nov 2021 | 113.17 | 5.2 |
De cijfers van 2021 waren mogelijk nog niet volledig beschikbaar op het moment dat CBS de tabel opmaakte. Maar waarom is gekozen cijfers van 2020 en 2021 te geven tot oktober en november is niet duidelijk.
Uitsplitsing naar kosten soorten en groepen kun je hier vinden: https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-consumentenprijzen
Het Sociaal Cultureel Planbureau stelt “In Nederland is armoede geen kwestie van fysiek overleven. Iedere burger heeft in beginsel een dak boven zijn hoofd, hoeft geen honger te lijden, kan zich deugdelijk kleden en heeft toegang tot medische zorg.”
Werkelijk??
Dat is nog nooit zo geweest. Er zijn altijd daklozen geweest en mensen die niet te eten hebben. Nederland doet net alsof er geen armoede bestaat. Onder de Rutte kabinetten blijft het aantal daklozen stijgen. Een gemiddeld inkomen is niet meer voldoende om een huurhuis of koophuis te vinden. Als de woonlasten blijven stijgen, neemt de werkelijke armoede toe. Ook als de loonbedragen niet laag zijn. Want als de kosten van noodzakelijke uitgaven stijgen betekent dat gewoon dat ons geld niks meer waard is. Dan ben je toch arm.
LikeGeliked door 1 persoon