Nu had ik een werkende auto met een brom. Alle elektronica had wat te melden in het dashboard. Ik zette de auto weer uit en liet hem er een nachtje over slapen.
De volgende dag was de auto weer uitgerust en wilde zonder foutmeldingen starten en rijden. Die brom verdween terwijl ik reed. Het klokje stond op een verkeerde tijd en de autoradio deed het niet meer. Een kwestie van opnieuw instellen, dus makkelijk op te lossen.
In mijn handboek stonden de functies en knoppen omschreven. Zoeken gaat makkelijker in de digitale versie. In mijn mobieltje kon ik dat handboek oproepen, maar een opgeslagen versie werkte niet. Waarschijnlijk had ik de instellingen van het telefoontje verkeerd staan, maar ook dat weer uitzoeken was me te tijdrovend. Op de parkeerplaats bij mijn huis had ik geen internet ontvangst. Tussen het modem en de dichtstbijzijnde parkeerplaats ligt de volle diepte van mijn woning plus de lengte van mijn tuin, dan nog een voetpad en een stukje gemeente plantsoen. Totale afstand van een meter of dertig. Wifi ontvangst had ik op die plek niet. De on-line versie was daar in de auto niet beschikbaar.
Maar de auto reed. Op de parkeerplek voor het huis van de speler was de afstand tussen modem en auto een meter of 10. Zijn internet kon ik vanuit mijn auto gebruiken. Zo werd zoeken naar functies en knopjes makkelijker. De brom verdween telkens na starten van de motor. De speler was blij dat ik weer in de nieuwe auto reed.
“Een nieuwe auto kopen en die maar laten staan is niet goed. Jij blijft dat ouwe ding rijden tot hij instort. Je moet verkopen aan iemand die hem weer helemaal mooi maakt. Als een echte old-timer.”
Dat een extra auto erg handig kon zijn was inmiddels gebleken, zodat ik nog moeilijker afstand kon doen van die old-timer.
Hij gebruikte navigatie via zijn mobiele telefoon met een abonnement dat voldoende dataverkeer dekte, zodat hij de kosten daarvoor niet belangrijk vond. Navigatie had ik al jaren niet meer, maar soms was dat toch wel handig. Ik liet hem een paar keer rijden in mijn oude en nieuwe auto, met zijn eigen navigatie via de telefoon. Hij kon met beide goed overweg. Net als ik had hij soms een beetje moeite met omschakelen van handschakeling naar automaat. Maar daar wenden we allebei aan.
Een tweede auto had hij zelf niet meer. De ‘auto van de zaak’ bleef lange tijd bij hem voor de deur staan, hoewel hij al niet meer werkte voor het bedrijf dat eigenaar was. Die auto gebruikte hij niet. Naar zijn nieuwe baan reed hij met zijn eigen kleine auto die hij ook gebruikte als hij boodschappen deed, benzine ging tanken en als hij ging spelen.
“Hij maakt lawaai, maar ik doe hem niet weg. Ik hou van die auto.”
Ook hij was zich aan een oude auto gaan hechten. Er was een klein probleem met de uitlaat van zijn auto. Een rubberring waaraan de uitlaat was opgehangen was gewoon vergaan. Zelf had hij geen idee hoe de uitlaat aan zijn auto hing, want daar keek hij nooit naar. Ik vertelde het hem.
“Een nieuwe rubberring kost €1,50. Vervang die oude ring nou eens, want zo gaat de hele uitlaat kapot. Dan heb je een dure reparatie.”
Maar hij deed het niet.
Het onvermijdelijke gebeurde. Ik was bij hem op bezoek. Mijn nieuwe auto stond daar voor de deur. Hij moest gaan spelen en keek het oliepeil en de andere vloeistoffen na voor vertrek. Ik zou naar mijn eigen huis gaan. We startten beiden onze auto’s. Die van hem maakte het geluid van een oude Lamborghini.
Waarschijnlijk waren delen van de uitlaat losgekomen, of er was ergens een gat ontstaan. Het achtereind van de uitlaat was nog verder naar beneden gezakt en het vergane rubber zat er in stukjes aan vastgeplakt.
“Zo kun je de weg niet op. Als je die uitlaat op de snelweg verliest heb je een groot probleem. Je mag mijn auto lenen. Breng me naar huis, daar staat mijn andere auto.”
Hoewel er geen goede reden voor was, liet ik me overhalen om in zijn huis te blijven slapen. Hij vertrok om te spelen en kwam in de ochtend weer thuis. Gaf me koffie met cake op bed, kleedde zich uit en kwam naast me zitten.
“Die cake geven ze altijd als je speelt. Deze is lekker met rum en rozijnen.”
Hij had van alles te vertellen over zijn optreden en liet er een video van zien.
“Hoe reed de auto?”
“Hij is fel. Een monster, maar heel stil. Je hoort die motor bijna niet. Hij rijdt zo mooi. Automaat is een beetje wennen. Het is wel makkelijk. Maar de radio doet het niet.”
“Dat moet ik nog instellen. Die radio vraagt om een code die ik moet opzoeken in een boekje dat ik bij de auto kreeg.”
“Maar die auto is goed hoor. Het is een mooie auto en hij rijdt zo soepel. Maar hij zuipt. Ik heb getankt en ik dacht, laat ik niet te zuinig doen. Ik gooi er flink wat benzine bij. Maar de meter staat nu weer zoals toen ik hier vertrok.”
“Ja, het is een luxe auto die een flinke slok lust. Belasting en verzekering zijn ook duurder dan voor de oude auto. Ik weet nog niet of ik me de extra kosten kan permitteren, maar als het kan dan hou ik hem.”
“Heeft buurvrouw nog van zich laten horen?”
“Vanavond deed ze flink haar best. Ze ging keihard rammen op de muur toen ik op mijn mobieltje een interview afspeelde. Het klonk als een telefoongesprek met 2 mannen. Daar reageert ze kennelijk op.”
We moesten erom lachen.
“Als ze zo door gaat stort die muur een keer in.”
Hij ging bidden en slapen. Zelf sliep ik ook weer.
(tekst © Vlierbloesem)
(Video © https://gumbal.tv/ )