Ik ben een beetje somber vandaag.
Op vreedzame demonstraties voor democratische rechten, volgde bruut geweld en een bloedige burgeroorlog. Mensen wilden zich ontdoen van dictatoriale overheersing en kregen er een nieuwe dictatuur voor terug. Moordlustige psychopaten vermaakten zich op hun eigen wijze. Burgers gingen op de vlucht. De moordenaars breidden hun werkterrein uit naar de gebieden waar vluchtelingen veiligheid zochten. Isis claimde aanslagen in Noordelijk Afrika en landen rond de Middellandse zee.
Verschillende landen hebben in het conflict partij gekozen. Syrië en Irak verloren gebied aan Isis en vroegen buitenlandse hulp. Engeland stuurde al drones en Nederland bombardeerde Isis gebied. Iran steunde de Syrische dictator. Isis haalde een Russisch vliegtuig met vakantiegangers neer. Rusland bombardeerde opstandelingen in Syrië en vloog daarbij zonder toestemming over Turks gebied. Turkije viel Koerden aan en schoot een Russisch gevechtsvliegtuig uit de lucht. Amerika bombardeerde erop los. Ook waar ze volgens zeggen niet bedoeld hadden te bombarderen. Frankrijk bombardeerde Isis en heeft in eigen land de noodtoestand afgekondigd. België heeft het leger opgeroepen voor het bewaken van de openbare veiligheid. We zijn niet ver af van een nieuwe wereldoorlog. Diverse andere landen zijn in conflict met elkaar en met de eigen bevolking. Openlijk of achter de schermen worden partijen van geld en wapens voorzien.
In heel Europa proberen vluchtelingen veiligheid te zoeken. Europeanen die hen willen helpen, worden bedreigd onder luid geroep en vertoon van de Hitlergroet. In Nederland protesteert een groep vluchtelingen tegen de hun geboden noodopvang omdat er geen TV is en de boter niet smaakt.
Dat maakt me een beetje somber vandaag.
Misschien pakte ik daarom vanmorgen een troostend zachte legging van zwarte microvezel velours met zwart suède enkellaarsjes. Daaronder zijn de gaten en ladders in mijn zwarte panty niet zichtbaar. Zonder nadenken trok ik daarbij een zwart T-shirt aan, kamde mijn haar en ging de deur uit.
Black Friday betekent in Amerikaanse steden een rush op de winkels. Klanten die vechten om de spullen, vanwege de lage uitverkoop prijzen. Maar hier zijn de winkelstraten uitgestorven. Steeds meer kantoren en winkels zijn gesloten. Steeds meer mensen worden ontslagen.
Pas in de spiegeling van de zwartgeschilderde etalageruiten van lege winkels viel mij op hoe somber ik er zelf uitzag. Helemaal in het zwart en zonder ook maar een klein sieraad. Uit oma’s naaidoos heb ik als kleuter nog een snoer met gitjes bij elkaar gezocht en zelf aangeregen. Dat heb ik vaak gedragen, tot het garen brak en de steentjes verloren zijn gegaan. Opoe had een veel mooier halssieraad van zwart obsidiaan gedragen, tot ook daarvan het garen brak. Het was in een breed halsbedekkend patroon geregen. Nog helemaal compleet, maar een paar steentjes waren los. Mijn moeder erfde het, maar reparatie was haar te moeilijk. Weggeven ook. Het bleef jaren in een lade liggen en ging uiteindelijk met de vuilniswagen mee, omdat mijn broertje niemand iets van de nalatenschap gunde en er zelf de waarde niet van zag.
Om mijzelf wat op te vrolijken liep ik een nieuwe kringloop winkel binnen, die al een paar maanden een open gevallen gat in de winkelstraat vult. Uit een wand vol gedragen glimmertjes koos ik een dunne zilverkleurige slangenschakel met hanger. Het leek nog schoon en nieuw. Mijn troostaankoop van 10 cent.
Weer thuis keek ik in de spiegel en zag dat ik heb gekozen voor een hangertje in grijs en zwart emaille. Nog meer zwart.
Ik ben echt somber vandaag.
Eén gedachte over “Zwarte vrijdag”