Ze geloofden in vernietiging van de aarde met alles erop en eraan. Dat geloof ik ook. Er is uitgerekend dat het nog lang duurt, maar de aarde beweegt zich steeds een stukje dichter naar de zon toe en zal verbranden.
Ooit zal leven hier onmogelijk zijn, alles zal uitdrogen en verschroeien. Ten slotte zal de aarde in de gloeiende massa van de zon verdwijnen. Over heel lange tijd.
De mensen van deze groep geloofden dat het eerder ging gebeuren, maar dat alle goede mensen gespaard werden door ze bijtijds van de aarde te plukken. Daar zouden lang geleden afspraken over gemaakt zijn, die zij terug lazen in de bijbel. Ze wisten natuurlijk niet precies wanneer dat zou zijn, maar dat de aarde onbewoonbaar werd kon nu al merkbaar blijken. Zij wilden dat mensen de 10 geboden kenden, dan konden ze zich er aan houden zodat ze mee mochten naar de nieuwe aarde. Een volgende planeet.
Omdat niemand zonder fouten is, hielden ze een doop ceremonie waarmee oude zonden door water weg gewassen werden. Ze doopten volwassenen. Pas op een leeftijd dat iemand die dingen kon begrijpen, werd een doop aangeboden. Oude zonden werden daarna niet meer aangerekend. Vanaf dat moment kon de gedoopte in vol besef eigen keuzen maken. De gewoonte om kleine kinderen te dopen vonden ze niet zinvol, oneerlijk, een valse start. Het kind kon nog van niks weten en niemand kon verwachten dat een zuigeling begreep wat de goddelijke voorschriften zouden zijn. Overtredingen konden een kind niet worden aangerekend. Daarom doopten ze alleen mensen die dat op volwassen leeftijd wilden.
De muzikant wilde gedoopt worden.
Hij volgde hun lessen en besprak zijn vragen en keuzen met mensen van deze groep. En met mij over de telefoon. Ik vond het opvallend hoe veel van zijn ‘zondige’ leven ik nu kreeg te horen. Hij vertrouwde mij meer toe dan eerder en meer dan hij met de gelovigen durfde te bespreken.
“We zijn nu gewoon broer en zus.” zei hij mij.
Wat je gewoon noemt.
Ik kwam niet meer bij hem thuis. Hij was bang dat het ongepast zou zijn, hoewel niemand dat tegen mij had gezegd.
“Ik mag nu geen vrouwen meer ontvangen in mijn huis.”
“Vreemd. Ik heb niemand dat soort regels horen noemen.”
“Maar jij volgt de lessen niet.”
Misschien hielden ze rare regels geheim voor wie niet was ingewijd in hun gebruiken?
“Dat is gewoon gods wil. Anders ga ik streng gestraft worden.”
“Wie gaat je dan straffen?”
“God gaat me voor alle zonden straffen.”
Maar daar was die doop ceremonie toch voor. Die moest mensen het gevoel geven dat ze een nieuwe kans kregen om als een goed mens te gaan leven, zonder dat ze al het voorgaande nog moesten verantwoorden. Zou hij iets heel verschrikkelijks hebben gedaan, of legde hij zichzelf meer beperkingen op dan werd verlangd?
“Wat heb je toch gedaan, dat je zo bang moet zijn?”
“Nou, dat weet god. Jou vertel ik niet alles.”
“Je maakt me nieuwsgierig.”
Ik ben nog naar een bijeenkomst van de groep geweest. Formeel is het geen kerk, maar zoiets als een kerk in oprichting met een klein aantal leden en aanloop van bezoekers. Het zijn lieve vriendelijke mensen, die ik nog geen hel en verdoemenis heb horen prediken.
“We delen brood.” vertelden ze. Als ik wilde kon ik brood krijgen om thuis te eten. Het was goed brood. Grof bruin met zaden en noten. Maar er was ook simpel wit brood. De bijeenkomsten werden afgesloten met warm eten. Indische gerechten, maar minder peperig. Voor wie van heet hield was er een bakje sambal, wat sommigen overvloedig aan hun bord eten toevoegden. Het was hun gewoonte om nog een extra maaltijd mee te geven voor thuis. “Het moet op. Weggooien is zonde.”
De muzikant sprak hier de mensen luid en formeel aan. Ik weet niet of hij het deed om de aandacht op zich te vestigen, maar dat was wel het effect.
“Zuster Vlierbloesem, zou u voor mij een bakje willen vullen met eten om mee naar huis te nemen?”
“Geef maar aan mij, dat doe ik wel.” zei een vrouw op normaal spreekvolume. Ze vulde ook een bakje met eten voor mij.
“Pastor, is uw vervoer al geregeld?” vroeg hij een ander.
Niemand wilde pastor genoemd worden en ik hield me helemaal niet aan dat afstandelijke taalgebruik. Als één van de oudsten in hun gezelschap kon ik me dat permitteren. Ik nam die vrijheid en gaf dat ook aan hen.
“Zeg maar jij tegen mij.”
De vormelijkheid paste niet bij de hartelijkheid waarmee ze me benaderden. Eerst spraken ze me aan zoals de muzikant dat was gaan doen, maar langzaamaan zag ik de anderen ontdooien en ze spraken me gewoon bij mijn naam aan. Hun omgangsvormen werden wat losser en vrijer. Ze hadden de kat uit de boom gekeken en voelden zich weer op hun gemak als ik er bij was. Ik was geen vreemde meer.
De saxofonist was bang dat spelen voor geld zondig was, maar ik zou het zonde vinden als hij vanwege een ingebeeld verbod zou stoppen met zijn muziek. Als muzikant kon ik hem nog steeds waarderen en ik wilde niet dat hij zijn muziek weer zou gaan verwaarlozen.
“Het is een eerzaam beroep. Dat hoef je niet te verbergen.”
Aan kerkgangers die iets organisatorisch deden heb ik verteld dat hij goed kon zingen en saxofoon spelen. Het idee van een gospelgroep heb ik genoemd en daar voelden ze wel voor. Dat hij als beroepsmuzikant optrad hield hij niet langer verborgen, want dat was niet nodig. Deze mensen kenden minder verboden dan wat hij zichzelf had opgelegd in navolging van de kerk die hij vroeger bezocht.
Voor de doop van de muzikant was al iets geregeld. Hij volgde bijbel lessen om te weten waar hij aan begon. Ook anderen deden dat, om later gelijktijdig gedoopt te worden.
(tekst © Vlierbloesem)
(muziek © Wende )
(afbeelding zonnestelsel © NASA )
Dan wens ik de saxofonist veel gemoedsrust toe en een wat nuchterder kijk op het geloofsleven zoals deze groep dat ook doet. Hoe lang duren die bijeenkomsten eigenlijk, eerst brood eten en dan nog warm eten ook. Waar altijd te veel van is.
LikeLike
De deuren staan open. Je kunt komen en gaan wanneer je wilt.
Het begint bij de opening met iets drinken, dan praten, zingen, drinken, warm eten en de broden zijn om mee naar huis te nemen. Soms heeft iemand cake gebakken om uit te delen.
Warm eten is er zo veel dat er ook genoeg is voor mensen die alleen voor het eten komen.
LikeLike
Dan vraag ik af waar ze het van doen. Het royale eten wordt uitgespaard op de tweedehands kleding?
LikeLike
Dat vroeg ik me ook af en inmiddels weet ik daar meer van.
Het komt in de blog. 😀
LikeGeliked door 1 persoon
Griezelig,dat zonde-besef. Misschien meer zelf bedacht dan opgelegd door de groep
LikeLike
Daar lijkt het op.
Misschien verwacht hij zich te moeten houden aan wat een andere kerk hem ooit oplegde. Deze groep lijkt wat vrijer te zijn in hun opvattingen. Misschien koos hij hen vooral omdat ze hem de mogelijkheid bieden van een ceremonie die hem van oude zonden verlost. Het maakt niets wat hij gedaan heeft ongedaan, maar het kan hem gemoedsrust geven.
LikeLike
Voor de duidelijkheid elke reactie die ik geef is geen oordeel over wie dan ook. Het zijn louter vragen die bij mij opkomen bij het volgen van jouw waarnemingen.
LikeLike
Wat ik nogal verwarrend vind is wie er bepaald wat goed en wat slecht is. En ook dat als je je laat dopen oude zonden je niet meer aangerekend worden. Ik ken mensen die geen slechte dingen doen en hun leven in dienst stellen van anderen, maar niet gelovig zijn. Die worden dan niet gered? Maar iemand die misschien tot hun doop er een zooitje van gemaakt heeft en alles gedaan heeft wat god verbood, maar inzien dat dat niet goed is en zich laten dopen worden dan wel gered? En wat doen deze mensen dan zo goed in hun leven anders dan zich aan de 10 geboden houden ?
LikeLike
Ik weet nog niet of zij daar antwoorden op hebben. Ik geef weer wat ik waarneem.
LikeLike
Ieder geloof heeft een eigen waarheid. Mijn ouders waren katholiek en geloofden in de erfzonde. Ik ben ongelovig.
Ik probeer me aan een regel te houden: heb uw naaste lief gelijk uzelf. Lukt me vaak niet maar het streven is er.
LikeLike