De auto die ik gebruik is oud. Bejaard kun je wel stellen. Het is een old-timer. Onderhoud deed ik samen met mijn vrienden, die er ook gebruik van maakten, maar die zijn nu allemaal dood.
Mijn overleden beste vriend kon zo goed als alles zelf doen aan de auto. Ik ben geen automonteur. Lang niet alles kan ik zelf, maar aan de onderhoudsklussen heb ik vaak mee geholpen. Helemaal onkundig ben ik daardoor niet.
Mijn nieuwe vriend wist zo goed als niets van auto’s. Met zijn eigen auto ging hij naar de garage die forse rekeningen schreef. Vaak had hij het makkelijk zelf kunnen uitvoeren, als hij had geweten hoe. Samen hadden we zijn ruitenwisserprobleem al eens opgelost, waarvoor de garage 200 euro had willen rekenen. Dat kon hij niet betalen. Alle informatie stond op het internet en het nodige onderdeeltje werd voor een paar euro besteld. Samen voerden we de reparatie uit. Hij was blij en trots. Zijn probleem was opgelost en hij bleek meer te kunnen dan hij had gedacht.
We zagen elkaar inmiddels vaker. Soms aten we samen, soms bracht hij me iets lekkers, soms brachten we een avond samen door. We belden vaak en dan konden we uren blijven doorpraten. Meestal vroeg hij hoe ik me voelde, wat ik had gedaan, wat ik ging doen, of ik al gegeten had en hij vertelde hoe het met hem ging, wat zijn plannen en problemen waren, zijn dromen en herinneringen.
“Het is mooi weer, wat ga je vandaag doen?” vroeg hij me laatst.
“Toch maar de bougies vervangen, zoals jij me had aangeraden.”
“Naar welke garage ga jij?”
“Geen. Voor simpele dingen ga ik niet naar een garage. Dit is iets wat je zelf kunt doen.”
“Waarom laat je het niet gewoon door een monteur doen?”
“Omdat me dat veel geld kost. Zelf doen is ongeveer honderd euro goedkoper en ik vind het leuk om te doen. Op het internet heb ik een handleiding gevonden, het zal wel lukken. Als ik hulp nodig heb dan kan ik dat vragen.”
games
“Daar is de garage toch voor?”
“De zigeunerfamilie die vlakbij woont heeft me gezegd dat ik altijd om hulp kan vragen als ik dat nodig heb. Ze hebben verstand van auto’s.”
“Waar je de auto laat keuren, kan die dat niet voor je doen?
“Nee, want die keurt alleen maar, doet geen onderhoud en reparatie.”
“Ga dan naar de merkgarage.”
“Dat zou erg duur worden. Een bedrijf kan niet voor niks gaan werken. Kleine dingen doe ik zelf en als het nodig is krijg ik hulp van mensen in de buurt.
Jij vond het toch ook leuk toen we samen jouw ruitenwissersysteem konden repareren?”
Hij was echt blij geweest, toen die reparatie gelukt was, dat weet ik zeker. Zo blij dat hij spontaan was gaan bidden om zijn god te danken voor de gelukte reparatie en voor mijn hulp. Zelfs voor mijn aanwezigheid, want hij dacht dat zijn god mij op zijn pad had gezonden. En hij was trots geweest op zijn eigen prestatie. Waarom begreep hij dan niet dat ik dit soort dingen ook voor mijzelf wilde doen?
“Dat was anders. Toen had ik financiële problemen.”
“Door veel zelf te doen kom ik niet in financiële problemen.”
“Ik ook niet. Waarom moet je die dingen zeggen? Ik heb nu een stabiel inkomen.”
“Ik heb een laag inkomen. Door zelf te doen wat ik zelf kan, zijn de dingen die ik nodig heb nog betaalbaar. Ik heb jou toen geholpen, nu help ik mezelf. Als het nodig is vraag ik de zigeuner om hulp.”
“Waarom vertel je me dat?”
“Ik vertel gewoon wat ik ga doen, zoals we elkaar wel vaker vertellen.”
Ik zag het probleem niet met die kleine onderhoudsklus, waarvoor ik al had uitgezocht hoe het moest en wat er voor nodig was, de spullen besteld en in huis had, waarvoor al hulp was aangeboden.
“Bougies zijn goedkoop. Af en toe vernieuwen is nodig. Deze zijn al heel lang niet vervangen. Misschien zijn de bougies nog goed, misschien zijn ze alleen maar vuil en moeten ze schoon gemaakt. Daarvoor gebruik ik oude sokken, dan blijven mijn handen schoon. Oude bougies die nog goed zijn bewaar ik als reserve.”
“Waarom doe je dingen altijd zo raar?”
“Is het raar om simpele klussen zelf te doen? Het scheelt veel geld, ik vind het leuk en zo leer ik ook beter begrijpen hoe de auto werkt. Iets leren is goed voor je hersens. Misschien vind je het leuk om dit samen te doen, net als die klus aan jouw auto?”
“Waarom zeg je dat? Wat mankeert er aan mijn hersens?”
Een merkwaardig misverstand. Ik probeerde het uit te leggen.
“Het gaat niet over jouw hersens. ‘je hersens’ dat is gewoon een uitdrukking voor hersens in het algemeen. Mijn hersens in dit geval. Iets nieuws leren is goed voor alle hersens. Het houdt je hersens gezond. Hersens blijven zich altijd ontwikkelen als je ze de kans geeft. Al die hersencelletjes maken met elkaar verbinding. Als er nieuwe informatie verwerkt wordt maken je hersens nieuwe verbindingen. Er worden stoffen uitgewisseld en elektrische signaaltjes gaan van de ene naar de andere cel. Je hersens sturen je spieren aan als je de klus uitvoert en de volgende keer kun je het makkelijk opnieuw doen. De paadjes zijn dan aangelegd in je hersens en van je hersens naar je spieren. Bij het leren van iets nieuws worden nieuwe verbindingen gelegd. Dat houdt je hersens gezond. Daarom is het gezond om dingen zelf te doen en nieuwe dingen te leren. Zo blijf je jong. En het scheelt veel geld.”
Kennelijk had ik daarmee niet veel duidelijk gemaakt.
“Wat praat je onzin. Waarom heb je het over mijn hersens. Je bent raar. Je gaat steeds over iets anders praten. Ik ben niet achterlijk.”
“Achterlijk? Dat zeg ik toch niet? Dat zal ik nooit zeggen. Je moet me geen dingen verwijten die ik niet doe. Ik vertel je waarom ik die dingen aan de auto zelf wil doen. Ik kan me herinneren hoe blij je was toen we jouw autoprobleem samen hadden opgelost. Dat vonden we allebei leuk. Mijn eigen auto dingen oplossen vind ik ook leuk. Daar is niks negatief of achterlijk aan.”
“Nu zeg je het weer. Die rare dingen wil ik niet.”
Meestal begrijp ik wel wat hij zegt, ondanks dat hij soms 3 talen door elkaar spreekt, maar nu kon ik hem echt niet volgen. Nu begreep ik er niks meer van en hij begreep mij evenmin.
Het werd stil.
“Ik wil geen ruzie.” zei ik “Zullen we maar ophangen?”
“Ja doe dat maar.”
“Zijn we nog goed met elkaar?”
“Ja, wij zijn goed. Maar we gaan niet meer naar bed.”
Ik was stomverbaasd. Die link kon ik niet leggen.
(Als een lezer het wel begrijpt, dan lees ik dat graag in een reactie.)
“Waarom is dat? Wat heeft seks met de bougies van mijn auto te maken?”
“Dat ga ik voor mezelf houden.”
Hier verder over doorgaan leek me niet zinvol. Uitleg kreeg ik niet. Ruzie wilde ik niet. “Graag of niet” dacht ik en om het gesprek zonder escalatie te beëindigen zei ik:
“Jammer. Wat een teleurstelling, maar ik ga wel mijn bougies vervangen.”
Het was een mooie zonnige dag. De handleiding was duidelijk. Mijn twijfel, of de bougiekabels los geschroefd of los getrokken moesten, loste de zigeuner op.
“Vastpakken aan de plug,” was het antwoord “en dan gewoon lostrekken. Eén voor één de kabel los, de bougie los schroeven en vervangen, zodat je de volgorde niet door elkaar haalt.”
“Plop” zei de eerste bougiekabel.
De zigeuner kwam toch helpen, want voor de rest bleek ik niet sterk genoeg.
Aan de speciale bougiesleutel had ik niets, want die paste niet tussen alle dingen door die ook onder de motorkap te vinden zijn en waar het wel paste bleek er geen kracht mee gezet te kunnen worden. Een passende bougiedop, knietje en ratel hadden in de auto gelegen in de doos met gereedschappen die tijdens de ontruiming was gestolen.
Buurman pakte zijn eigen ratel, knietje en speciale bougie dop, maar die waren groter, zodat gebrek aan ruimte gedeeltelijke demontage van de carburateur noodzakelijk maakte. De oude bougies waren nog goed, wel vuil en de afstand voor de vonk was duidelijk groter dan bij de nieuwe bougies. Ik besloot die oude als reserve te bewaren.
De klus was geklaard, de auto startte goed. Met geduld, dat wel, want ik had al lange tijd niet meer gereden. Nieuwe bougies, weer een stukje auto onderhoud gedaan zonder mijn overleden vrienden en zonder hoge garage kosten. Eerder had ik met de hulp van buurtgenoten de accu vervangen, uitlaatrubbers vernieuwd, motorolie en ruitenwisservloeistof bijgevuld. Bij de autospullen in de schuur staan nog allerlei andere vloeistoffen die ergens in de auto thuishoren. Waar, hoeveel, wanneer, dat moet ik nog uitzoeken. De carburateur was vuil, werd me verteld. Mijn overleden vriend vond dat af en toe een snelle rit op de autosnelweg nodig was om een vuile motor schoon te branden. Voorlopig zal ik dat niet gaan doen. Benzine is nu erg duur.
(tekst © Vlierbloesem)
(muziek © Michael Wilbur)
Bedankt voor het meedenken allemaal. Ik heb het maar zo gelaten, niet aangedrongen op uitleg, want als iemand dat niet wil kun je toch geen eerlijk antwoord verwachten.
Inderdaad speelt het idee van mannendingen en vrouwendingen een rol.
Hij kookt goed, als hij dat wil. Hij is goed in schoonmaken. Wassen en strijken. Hij heeft jarenlang voor kleine en opgroeiende kinderen gezorgd. Allemaal ‘vrouwendingen’.
Zelf ben ik totaal ongeschikt als huisvrouw. Sommige technische dingen kan ik wel. Dat zijn dingen die meestal aan mannen worden toebedeeld. Maar ik ben niet sterk. Daarom heb ik soms wel mannenkracht nodig. Hij is sterk. We zouden elkaar goed kunnen aanvullen. Maar dan zit hem de rolverdeling misschien in de weg.
In de daarop volgende dagen kwam er iets meer duidelijkheid over nog een duistere kant en ook over goede kanten in zijn karakter.
LikeGeliked door 1 persoon
Het blijft een vreemde man. Vanuit zijn achtergrond en cultuur zal hij moeite hebben met vrouwen die hun mannetje kunnen staan. Laat staan een ook nog eens heel andersdenkende vrouw (dan de ‘gemiddelde’ vrouw) als jij. Dat maakt hem onzeker vermoed ik. Dat jij meer weet en kunt dan hij. Wellicht ‘vertaalt’ hij dat voor zichzelf naar zijn eigen presteren. Tot in bed toe. Angst voor impotentie?
LikeGeliked door 1 persoon
Inderdaad speelt het idee van mannendingen en vrouwendingen een rol.
Hij is goed in ‘vrouwendingen’, wat in zijn cultuur niet goed past. Zelf ben ik totaal ongeschikt als huisvrouw. Ik wijk af van hoe in zijn cultuur een vrouw zou moeten zijn. Sommige technische dingen kan ik wel. Maar ik ben niet sterk. Daarom heb ik soms wel mannenkracht nodig. Hij is sterk. We zouden elkaar goed kunnen aanvullen. Maar de rolverdeling zit hem in de weg, inderdaad tot in bed toe. En angst voor impotentie is er op zijn leeftijd natuurlijk ook.
LikeGeliked door 1 persoon
Zo komt Jan Splinter door de winter, dat gaat hier helemaal op.
Vriends reacties kan ik natuurlijk niet verklaren. Behalve de geijkte ideeën: vrouw doet mannendingen – snapt niet veel van geld – jij past niet in zijn vrouwbeeld…
Ik roep maar wat.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, vrouwendingen, mannendingen, daar zit hij mee.
En hij kan niet goed met geld omgaan, hoewel hij het probeert.
LikeLike
Iets met weerstand, denk ik.
LikeGeliked door 1 persoon
Met die dingen hinkt hij een beetje tussen bewondering voor de dingen die ik kan en weerstand tegen dat ik dingen doe die hij zelf zou moeten kunnen.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat goed,dat je dat allemaal kunt.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, maar helaas kan ik het maar half. Mij ontbreekt vaak voldoende kracht.
Hij zou dat kunnen aanvullen, dan kunnen we samen meer.
LikeLike
Heb zelf gemerkt dat als je dingen anders doet dan de norm is dat veel mensen daar moeite mee hebben en nog meer als je hun raad en advies niet aanneemt of dat met onzekerheid te maken heeft weet ik niet . Wel heb ik in de loop der jaren geleerd om te doen wat voor mij goed voelt of een ander het daar mee eens is of niet. Zeker als het gaat om dingen die mij of veel geld besparen of mij door het zelf te doen meer zelfvertrouwen geven en bovendien een gevoel van trots dat ik iets zelf heb kunnen oplossen. Zijn er daardoor mensen uit mijn leven vertrokken denk het wel, sommige mensen vinden een vrouw die te onafhankelijk is niet prettig. Of dit ook voor jouw vriend geld weet ik natuurlijk niet , want om daar een mening over te hebben moet je iemand persoonlijk kennen. Wat de link tussen jullie meningsverschil en seks is daar heb ik geen idee van.
LikeGeliked door 1 persoon
Waarschijnlijk heb je op al die punten gelijk.
LikeLike